Beeldhouwkunst na 1945

Lezing van Ccoba over naoorlogse beeldhouwkunst door Carolien ten Bruggencate

Gedurende de oorlog werden er in Europa bijna geen belangrijke beelden gemaakt. In eerste instantie is er na 1945 ook geen grote vernieuwing te zien. Ook is er geen sprake van een verschuiving van het artistieke centrum van Europa naar Amerika.

Na de oorlog vertoont de beeldhouwkunst op het eerste gezicht een gebrek aan samenhang. Opvallend is de grote vrijdenkerij: kunstenaars willen niet tot één enkele beweging behoren. Ze doen ontdekkingen en experimenteren met nieuwe materialen, maar er ontstaan geen bewegingen zoals impressionisme, kubisme en constructivisme. Er bestaan gelijktijdig stromingen en tegenstromingen.

In deze lezing passeren tendensen als Pop Art, Minimal Art, Conceptual Art, Land Art, Arte Povera, Nieuwe Beeldhouwkunst, Body Art en Performance de revue.

Carolien ten Bruggencate is kunsthistoricus. Zij geeft lezingen over kunst uit de 19de, 20ste en 21ste eeuw. Daarnaast werkt zij voor Museum de Fundatie (Zwolle en Heino) en Museum MORE (Gorssel en Ruurlo).